Aanleiding voor de Februaristaking was een razzia op het Jonas Daniël Meijerplein. Daarbij werden 427 Joodse mannen opgepakt. De toenmalige Communistische Partij Nederland (CPN) wilde dat met een luid protest beantwoorden. De partij had al eerder tot demonstreren opgeroepen maar tevergeefs. Nu was de maat vol, niet alleen voor de communisten maar voor talloze Amsterdammers en Noord-Hollanders.
De staking begon op 25 februari in Amsterdam, onder gemeenteambtenaren. Ze sloeg al snel over naar andere sectoren en naar verschillende plaatsen in Noord-Holland en Utrecht. Hilversum volgde ook al snel en bracht na Amsterdam de meeste stakers op de been. De Februaristaking was het enige openlijke protest tegen de Jodenvervolging in heel Europa.
Bij de razzia werd ook de Hilversummer Ab Scholte opgepakt. De jonge Scholte, zoon van de bekende zanger Bob Scholte, was net als zijn vader muzikaal en een verdienstelijk tafeltennisser. De nazi-bezetter voerde twee grote razzia’s uit in de Jodenbuurt, de omgeving van het Waterlooplein. Joodse mannen werden naar het Jonas Daniël Meijerplein gesleept, het plein naast de Portugese synagoge. gesleept. Daar werden ze mishandeld, vernederd en gevangen gezet. In twee dagen tijd – op 22 en 23 februari – zijn 427 mannen gedeporteerd.
De razzia’s waren het antwoord van de Duitsers op verzet in Amsterdam door Joodse knokploegen. Die waren op hun beurt in actie gekomen tegen de WA, de fascistische knokploegen van Musserts NSB. De WA werkte gretig met de bezetter mee om Joden het leven zo moeilijk mogelijk te maken. Joodse ambtenaren, dus ook leraren en hoogleraren en personeel op universiteiten, werden ontslagen. Per januari 1941 werden Joden geregistreerd en mochten bijvoorbeeld geen bioscopen en theaters bezoeken. De WA dwong horecaondernemers om bordjes met de tekst voor joden verboden op te hangen.
Het verbod werd nogal eens genegeerd. Dit leidde op 8 en 9 februari tot hevige schermutselingen op het Rembrandtplein. Café Alcazar werd door fascisten kort en klein geslagen omdat er Joodse artiesten optraden. Joodse jongens, sommigen lid van een sportschool. organiseerden zich uit zelfverdediging tegen de WA. Op de avond van 11 februari kwam het op het Waterlooplein tot een vechtpartij. Daarbij raakte de WA-man Hendrik Koot ernstig gewond. Hij overleed drie dagen later. De WA en de Duitse Grüne Polizei namen wraak.
Op 19 februari viel de Grüne Polizei ijssalon Koco in de Van Woustraat 149 binnen. Deze onder buurtbewoners populaire zaak was eigendom van de Duits-Joodse vluchtelingen Ernst Cahn en Alfred Kohn. De Duitsers begonnen de boel kort en klein te slaan. Iemand richtte een fles ammoniakgas op de agenten, waarop die schoten losten. Cahn en Kohn werden opgepakt en overleefden de oorlog niet. Cahn was de eerste Joodse verzetsman die tijdens de bezetting in Nederland werd vermoord. Hij werd met andere verzetsstrijders op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Zijn compagnon werd in 1945 in Auschwitz vermoord.
De verboden CPN riep een algemene staking uit. Er werd een pamflet met de titel ‘Staakt, staakt, staakt !!!’ gemaakt. In de ochtend van 25 februari werd dit bij honderden bedrijven opgehangen, zodat werknemers de oproep direct zagen voordat ze hun werkdag wilden beginnen. De eerste bedrijven die in staking gingen, waren gemeentebedrijven. Amsterdammers merkten al snel dat de trams niet reden. De Februaristaking was een feit. Ook haven- en dokwerkers legden het werk neer. In Hilversum namen de arbeiders van de Nederlandse Seintoestellen Fabriek het initiatief, daartoe mede opgeroepen door Gerrit Meerbeek, een werknemer van Fokker in Amsterdam-Noord.
Duitse politie- en SS-mannen sloegen de staking na twee dagen, met gebruik van vuurwapens. Zeker zeven mensen werden gedood, er vielen gewonden en een aantal stakers werd gevangen genomen. De leiders van de net opgerichte Joodse Raad verzochten de stakende arbeiders weer aan het werk te gaan. Op donderdag 27 februari, halverwege de dag, was de staking voorbij. De Joodse historicus Jacques Presser schreef na de oorlog dat de staking voor veel Joden ‘’een van de machtigste ervaringen van hun leven” was geweest, omdat de Nederlanders zich zo solidair toonden met hen.
De eerste herdenking van de Februaristaking vond al in 1946 plaats, in het eerste vredesjaar. De locatie lag voor de hand: het Jonas Daniël Meijerplein. Daar verrees in 1952 gebeurt het monument De Dokwerker van Mari Andriessen.
Joop Lahaise, Herdenkingscomité Februaristaking Hilversum
Bronnen:
https://www.joodsamsterdam.nl/ijssalon-koco/
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/455145/ik-jij-hij-wij-jullie-zij